zondag 3 september 2017

MYTHEN OVER WITTE WIEVEN EN ELFEN.

Mythen over witte wieven en elfen. Veel van het verleden is onder de grond of in archieven bewaard gebleven. Van sommige episoden weten we weinig omdat het bronnenmateriaal te fragmentarisch is of gewoonweg ontbreekt, maar er zijn ook voorbeelden van het bewust manipuleren, vervalsen of zelfs elimineren van historische feiten waardoor de juiste toedracht niet of nauwelijks valt te achterhalen. Daar komt nog bij dat dat degenen die de geschiedenis op schrift stelden tot nog niet zo lang geleden vrijwel uitsluitend uit mannen bestonden die in de westelijke wereld ook nog eens via het christendom een zeer lage dunk ten opzichte van vrouwen hadden meegekregen. Dat heeft er toe geleid dat vrouwen eeuwenlang een ondergeschikte en soms zelfs onderdrukte rol in de maatschappij hadden, die in de meest extreme vorm tot uiting is gekomen tijdens de heksenvervolgingen . Al die tijd is er sprake van eenzijdige geschiedschrijving geweest vanuit het mannelijk perspectief. Zelfs in het dagelijkse spraakgebruik, in de folkore en in sprookjes werden vrouwen vaak als kwaadaardige en onbetrouwbare wezens neer gezet. Tijdens het schrijven van mijn boek ‘Witte wieven en elfen, fluisteringen uit de Andere Wereld’ heb ik ontdekt dat oeroude overleveringen in Nederland sinds de komst van het christendom vaak zijn verketterd als uitwassen van een heidens en volgens de Kerk dus duivels verleden. Over deze verhalen werd een saus van kwaadsprekerij gegoten die er pas sinds enige decennia van af geschraapt wordt. Zo kregen verhalen over witte wieven in de loop der tijd ook een negatieve lading. Die verhalen speelden zich vooral af op de hogere zandgronden van Oost-Nederland. Witte wieven leefden volgens de overlevering in prehistorische grafheuvels en moerassen, plekken die je vroeger maar beter kon mijden. Ze ontvoerden boerinnen en hun dochters en namen ze mee naar hun geheimzinnige krochten. Ook konden ze gevaarlijk worden tegen overmoedige dronken boeren die hen uitgedaagd hadden. Oorspronkelijk waren er verhalen waarin witte wieven boeren vaak hielpen bij het binnenhalen van de oogst en kraamvrouwen bij de bevalling. Hierin klinken waarschijnlijk de zwakke stemmen door van rituele handelingen in een ver verleden, die met vruchtbaarheid te maken hadden en wellicht uitgevoerd werden door priesteressen die bij de grafheuvels en moerassen de toegangspoorten tot de Andere Wereld bewaakten. Uit veel verhalen blijkt dat mensen in de donkere tijd van het jaar grafheuvels konden binnengaan en daar in een geheimzinnige voorpoort van een magisch land terecht kwamen waarover ze bij hun terugkomst niet mochten spreken. In oude keltische mythen beschouwden het min of meer vergelijkbare elfenvolk, de Tylwyth Teg uit Wales en de Tuatha dé Danann uit Ierland hun prehistorische begraafplaatsen en andere sacrale plekken in de natuur ook als toegangspoorten tot de Andere Wereld. In tegenstelling tot de verhalen over de witte wieven zijn de mythen over de ’faeries’ tot op de dag van vandaag populair bij de keltisch sprekende bevolking van Wales en Ierland. In deze mythen werd het elfenvolk gezien als de oorspronkelijke machtige bewoners van hun land. Ze werden de helden en goden in hun mythologie. Zij bouwden de beroemde monumenten zoals Stonehenge en Avebury, waarnaar de Kelten met bewondering keken toen zij deze gebieden veroverden. Vrouwen stonden in hoog aanzien in de keltische wereld en waren volkomen gelijkwaardig aan mannen. In Ierland waren het de krijgsgodinnen als Macha en De Morrigan die mannen opleidden tot de strijd. Tot de bekende personen van hun Andere Wereld behoorden ook Koning Arthur en zijn hofhouding. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze vorst na zijn laatste strijd naar het heilige eiland Avalon werd gebracht waar Morgana le Fay en haar medepriesteressen de oude wijsheid bewaarden. In Nederland behoorden de oude religie, wijsheid en tradities heel lang tot het vergeten verleden. Hunebedden waren ‘door reuzen gebouwd’ en witte wieven waren ‘boosaardige, in de duisternis rondspokende vrouwen’. De heidense erfenis was heel goed weggestopt, maar langzaam maar zeker komen flarden ervan weer boven drijven door onderzoek in de grond en in archieven. Als de witte wieven inderdaad prehistorische priesteressen waren, werd hun kennis dan misschien doorgegeven en waren de toveressen uit de heksenprocessen wellicht hun opvolgers?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten