vrijdag 15 april 2016

HET TUINPAD VAN ........



'Het tuinpad van mijn vader', een liedje van Wim Sonneveld, nostalgie uit de goede oude tijd. Ik had een tuinpad van mijn moeder, oftewel van mijn grootouders. Het was een zandpad dat langs hun boerenhuisje liep en grensde aan een akker waar 's zomers rogge groeide. Meestal werd het graan net gemaaid wanneer ik er logeerde. Dan werden de korenschoven samengebonden en rechtop neergezet. Daar kon je dan lekker tegen aan zitten en kijken naar de korenbloemen en klaprozen.



Bij het huisje stond een waterpomp; waterleiding was er nog niet. Er was een mooie kamer, een heuse deel en een opkamer waar het 's nachts soms om onverklaarbare reden licht werd. Soms moest ik even helpen in de moestuin.


Na een hete dag kon het er enorm onweren. De hemel kreeg dan paarse en groene tinten en de wolken leken kolkend dichterbij te komen. Het laatste zonlicht verdween en een donkere schaduw rolde over de velden naderbij. Een plotselinge bliksemflits zette het firmament in vuur en vlam en een aanzwellende wind kwam over het landschap aan razen. De storm gierde rond het huis, rukte aan de luiken en blies angstaanjagende geluiden door de kieren in de muren. Een stortvloed van hemelwater daalde op de aarde neer. Op de akker zagen we de korenschovenomvallen en weggeblazen worden. De hemel was verduisterd en de storm huilde over het land.


Als 's avonds de lucht weer was opgeklaard en nevelslierten boven de velden hingen wees mijn opa naar de bossen in het zuiden. 'Daar', zei hij, 'wonen de witte wieven in hun grafheuvels. Het is er niet pluis.'





Geen opmerkingen:

Een reactie posten