zaterdag 2 augustus 2014
BOEIEND VERLEDEN(1)
Al heel vroeg was ik met het verleden bezig en sindsdien verzamelde ik altijd, veelal onooglijke brokstukjs van lang geleden:potscherfjes, vuurstenen werktuigjes, aardemonsters, oude prenten en foto's, curiosa, enz.
In mijn jeugd wroette ik regelmatig in de blubber uit de Amsterdamse grachten die op een afgelegen terrein bij ons tuindorp was gestort. Uit die prut kwamen puntgave glazen flesjes uit de 19e eeuw en ouder tevoorschijn en zelfs stukken aardewerk en porselein uit de 17e eeuw. Ik was al jong een archeoloog in de dop dus en geinteresseerd in alles wat oud was. Mijn moeder had als kind prehistorische urnen zien opgraven en mijn vader nam me al vroeg mee naar musea. Ik raakte niet alleen geboeid in objecten van eeuwen, soms duizenden jaren oud maar wilde ook vooral weten wat voor mensen daar achter schuilgingen. Op een geschilderd portret kan iemand haarscherp vastgelegd zijn maar hoe zag de man of vrouw er uit die een fraai versierde klokbeker uit de nieuwe steentijd had gemaakt. De geschiedenis zit vol met gaten en we zien ook in onze tijd hoe snel spullen, die voor ons nog niet zo lang geleden heel vertrouwd waren' ineens bijna verdwenen zijn.
Mijn eerste echte archeologische vondst bestond uit de resten van een vuursteenwerkplaats van ongeveer 4000 jaar oud: werktuigen, halffabrikaten en afval materiaal. Ronde grondverkleuringen gaven aan dat de vuursteensmid in een kleine, waarschijnlijk houten hut had gewerkt. In het museum in Arnhem waar ik toen al werkte beheerde ik een enorme archeologische verzameling. De oudste vondsten dateerden van de laatste ijstijd en bestonden uit vuurstenen werktuigen van rendierjagers die hier destijds door een toendralandschap trokken. De jongste vondsten stamden uit de Gouden Eeuw.
De al genoemde klokbeker bleek een bijzonder object te zijn. De meeste exemplaren in de collectie waren op de Veluwe gevonden. Ik leerde al spoedig dat het een aardewerkvorm was die 4000 jaar geleden in een groot deel van West-Europa voorkwam. Dat betekende dat er toen al contacten over enorme afstanden waren.
Uit dezelfde tijd dateert het beroemde Stonehenge in Zuid-Engeland. Toen ik plannen maakte om een tentoonstelling over dit monument en vergelijkbare bouwsels in Noordwest-Europa te maken ontdekte ik dat de verspreidingsgebieden van deze megalithische monumenten en van de klokbekers grotendeels samenvielen. Op bezoek in Engeland viel het me op dat de klokbekers in musea rond Stonehenge grote overeenkomsten met die in mijn museum. Engelse collega's kwamen tot dezelfde conclusie toen ze het museum in Arnhem bezochten. Enige eeuwen later, in de Bronstijd, was het culturele netwerk zelfs uitgebreid tot Griekenland vanwaar uit Kreta(Koning Minos, het labyrinth van Knossos) en Mykene(de Trojaanse oorlog) voorwerpen hun weg vonden naar deze uithoek van Europa.
WORDT VERVOLG
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten