woensdag 31 december 2014
ANCIENT IRELAND
dinsdag 30 december 2014
'ER LIGT EEN LANDHUIS AAN DEN STROOM VERLATEN.......'
Er ligt een landhuis aan de stroom verlaten;
verbleekt, met donkre luiken, staart het blind,
en laat den stroom, die eenzaam voortglijdt praten
en luistert niet naar 't fluisteren van den wind.
Maar vroeger, toen Hoogmogenden der Staten
daar in den zomer poosden van 't bewind,
en staat en krijg voor huis en vree vergaten,
en kindren stoeiden over 't melkwit grint.
Toen leefde 't Huis en de bevolkte stroom
wiegde de schepen die blank-zeilig gleden,
vredig van gang naar 't schatrijk Amsterdam.
Nu droomt het landhuis daar zijn eeuw'gen droom
van eindloos heimwee naar die lang geleden
glorievolle eeuw, die nimmer wederkwam.'
Gedicht van Frans Bastiaanse over de teloorgang van de rijkdom in de Gouden
Eeuw. Een landhuis aan de Vecht is verlaten door de eens zo rijke kooplieden uit Amsterdam.
zondag 7 december 2014
HET WONDER VAN MIDWINTER IN SI an BHRU (NEWGRANGE)
De najaarsstormen die het land wekenlang hadden geteisterd en de bodem doordrenkt waren voorbij. Alles in de natuur was doornat geworden en er hing een waas van kilte en klamheid boven de heuvels en in de dalen. In de bossen dreven nog steeds nevelslierten. Zelfs paddestoelen konden er niet meer gedijen, maar het mos tierde welig op stronken en stammen. De wind kwam nu uit het noorden, droog en ijzig, en veegde de vochtige hemel schoon. De sterrenhemel werd 's nachts weer zichtbaar en af en toe vlamde het noorderlicht langs de horizon. De eerste winterse koude streek over de verkilde landschappen en meren. Rookkolommen stegen op uit de talloze nederzettingen en afgelegen boerderijen; het natte hout kon moeilijk vlam vatten en deed de vuren vaak verstikkend walmen.
Enige weken voor midwinter verscheen de zon 's morgens eindelijk weer boven de horizon. Het was alsof er een warme gloed over het land rolde. De deuren van forten, boerderijen en ambachtelijke werkplaatsen werden wijd open gezet. Krijgers gingen op jacht, kinderen speelden weer buiten en priesteressen verrichtten weer hun rituelen bij de heilige bronnen.
Drie weken voor Midwinter deed alom de gerucht de ronde dat de beroemde bard Taliesin uit het overzeese Cymru(Wales) op weg was naar de vallei van 'an Bhoinn'(de rivier Boyne). Hij was wijd en zijd bekend om zijn oude wijsheid en prachtige verhalen. Het was al weer tientallen jaren, misschien zelfs eeuwen geleden dat hij Eire(Ierland) bezocht had en er werd dan ook overal aan de oostkust gesproken over zijn komst. Taliesin was een vertrouwde gast aan het hof van koning Arthur waar hij menigmaal van gedachten wisselde met de tovenaar Merlijn over de toekomst van de wereld van de Ouden. Hij verbleef regelmatig op het heilige eiland Avalon bij Morgana le Fay.
Toen de Cailleach begon te spreken werd het doodstil in de kasteelzaal. Iedereen had een goede plek gevonden om haar befaamde verhaal te horen. Uit haar grote ketel kronkelden geurige kruidendampen omhoog. Met haar mantel vol sterren, haar punthoed en haar bergkristallen toverstaf wandelde ze in cirkels door de hal en liet haar blikken gaan langs allen die vol verwachting zaten te wachten. Uiteindelijk zette ze zich neer op de zetel die voor haar klaar was gezet.
Plotseling begon ze te spreken: 'Duizenden zomers en winters geleden regeerden de Tuatha de Danann over heel Eire. Ze dreven handel met landen die vele dagen varen hier vandaan lagen. Er was overal welvaart en het land bracht elk jaar rijke oogsten voort. In het buitenland stond ons elfenvolk bekend om fraaie kostbare kleding en sieraden. De goden en elementen waren ons goed gezind. Voor onze doden legden we indrukwekkende begraafplaatsen met magische grafkamers aan en overal verrezen steenkringen waar de seizoenswisselingen gevierd werden gevierd. Onze wijsheid was befaamd in alle landen die we kenden en onze barden vertelden en zongen overal over ons mooie land. Deze tijd leek eindeloos voort te duren maar op een gegeven moment verschenen er schepen vol krijgers aan de oostelijke horizon. Ze wilden bezit nemen van het eiland en hadden wapens van een onbekend metaal, dat ze ijzer noemden, en waartegen wij niet opgewassen waren ook al waren onze strijders moedig en sterk. Uiteindelijk wonnen de Milesiers(Kelten) en spraken we af dat zij voortaan bovengronds zouden heersen en wij in de ondergrondse, vaak afgelegen gebieden en op de westelijke eilanden.
Na verloop van tijd merkten de invallers echter dat wij hen met onze magie en bijzondere gaven steeds meer beinvloedden. Ze waren niet opgewassen tegen onze bovennatuurlijke krachten en begonnen ons gaandeweg te zien als een ras van goden en helden. Uiteindelijk kwamen we weer nader tot elkaar en leerden we elkaar te begrijpen en met elkaar samen te werken. Deze speciale bijeenkomst is daarvan een mooi voorbeeld. Binnenkort zal de magie van de Tuatha de Danann weer zichtbaar worden tijdens de Midwinterviering en we zullen er allemaal getuige van zijn.
Op de vooravond van de Midwinter Solstice waren alle gasten van Finn Mac Cumhaill en zijn vrouw Deirdre en de prinsen en prinsessen van de Tuathade Danann rond grote vuren verzameld op gepaste afstand van de enorme grafheuvel Si an Bhru.
Ook nu werd er weer rijkelijk veel gedronken, gegeten en muziek gemaakt. De Cailleach was bij het ondergaan de heuvel binnen gegaan via de lange stenen gang die naar de grafkamer leidde. Zij zou er zonder verwarmend vuur en in complete duisternis tot aan het eerste licht van de nieuwe dag verblijven. Rond middernacht ervoer zij een trilling en zij wist dat Oisin en Niamh met de Gouden Haren nu ook in het hart van de grafheuvel waren. Zij zag hun zachtblauwe, bijna doorzichtige silhouetten en ze spraken met elkaar zonder woorden. Ze noemde geluidloos de magische spreuken die Oisin en Niamh over enige uren moesten uitspreken. De betovering begon en de grafkamer begon langzaam maar zeker warm te worden. Er klonk geluid van stromend water en de in lichte welving van de heilige maalsteen werd een oranjerode gloed zichtbaar. De stem van de Cailleach begon te haperen en zweeg na enige tijd. Even was het doodstil diep in moeder aarde. Oisin en Niamh stonden hand in hand, in afwachting van het geluid dat hun oren elk moment kon bereiken. Eerst was het nauwelijks hoorbaar. Niamh voelde en hoorde als eerste de trilling van een nog nauwelijks kloppend hart. Oisin nam het al spoedig ook waar en beiden voelden hoe hun lichamen warm werden en deze warmte uitstraalden naar het wezen dat vanuit en tussen hen in ontstond. Even later voelden ze de handen van het nieuwe leven...................
De eerste zonnestralen van de nieuwe dag schenen door de lange gang in de grafkamer. Eerst nog zwak maar al snel steeds helderder totdat de hele ruimte werd verlicht. Oisin en Niamh voelden de nieuwe dag en keken naar elkaar en zagen tussen hen in meteen het kind waarvan ze wisten dat het de afgelopen uren was geboren. Het reikte bijna tot hun schouders. Het meisje had prachtige goudblonde lokken en betoverende blauwe ogen. Vol trots liepen de elfenprins en -prinses met hun prachtige dochter door de lange gang naar buiten.
dinsdag 2 december 2014
Abonneren op:
Reacties (Atom)