dinsdag 31 januari 2017
STEENKRINGEN, STEENRIJEN EN STENEN GRAFKAMERS
'Hoary and lichened by age, grim and fretted by a thousand storms, our ancient megalithic monuments are still numerous, massive and full of mystery'(Walter Hohnson, 1908)
Toen ik tijdens de eerste geschiedenisles de leraar over hunebedden hoorde vertellen kreeg ik de indruk dat de bouwers als primitieve ongeletterde barbaren werden gezien. Ze mochten dan wel enorme keien kunnen verslepen en op elkaar stapelen maar verder bleek er in hun samenleving weinig te zijn wat beschaving kon worden genoemd. Ze waren boeren, gebruikten vuurstenen werktuigen en maakten versierde potten die ze meegaven aan de doden als ze in het hunebed begraven werden. Eigenlijk zou het nog 3000 jaar duren voordat er licht kwam in de prehistorische duisternis van de lage landen. Pas met de komst van de Romeinen kon er van beschaving gesproken worden. De Romeinen schreven immers en legden wegen en steden aan. De hunebedbouwers waren toen al lang vergeten en met hen alle andere mensen die hier sindsdien gewoond hadden. De prehistorie, de tijd waarin er geen geschiedenis werd geschreven, was in de vergetelheid geraakt en zou dat tot na de Middeleeuwen blijven. Het woord prehistorie werd overigens pas in de 19e eeuw voor het eerst gebruikt. Het was een soort verzamelnaam voor alles wat tot het 'heidense' verleden behoorde, oftewel de tijd die voorafging aan het Christendom. De eerste christenen wilden niets weten van de erfenis van het verleden. Heilige wouden werden omgehakt en heilige plaatsen als bronnen en grote stenen werden verboden gebied. In de 19e eeuw moest de prehistorie opnieuw worden uitgevonden. Om dat enorme tijdperk ruwweg in te kunnen delen scheidde een Deense museumdirecteur de archeologische vondsten in zijn verzameling in stenen, bronzen en ijzeren voorwerpen en werd sindsdien gesproken van steentijd, bronstijd en ijzertijd. De vroege oudheidkundigen werden keer op keer geconfronteerd met vondsten die steeds ouder bleken te zijn. Er was enorm veel weerstand tegen de ouderdom van de vondst van de eerste Neandertaler bij Dusseldorf en later tegen de ontdekking van rotsschilderijen uit de IJstijd in Frankrijk en Spanje; rendierjagers konden onmogelijk kunstenaars zijn geweest. Het is nog maar een halve eeuw geleden dat de hunebedbouwers, in ieder geval in het onderwijs, gezien werden als de eerste bewoners van ons land. Nu gaan we er van uit dat de eerste mensachtigen hier al voor de ijstijden leefden
Toen ik het eerste hunebed zag kon ik me niet meer voorstellen dat de bouwers primitieve barbaren waren geweest. Het bouwen van zo'n stenen graf was een enorme klus waarvoor veel organisatie nodig was. In Drenthe alleen werden er al tientallen gebouwd en dan hebben we het nog niet over de talloze identieke grafkelders die in dezelfde tijd in Noord-Duitsland, Denemarken en een deel van Polen werden aangelegd. In dit enorme gebied gebruikte men min of meer identieke gebruiksvoorwerpen en er was ook duidelijk sprake van internationale handel in vuurstenen bijlen en barnsteen
.
Vele jaren later kreeg ik pas werkelijk een idee van de impact van de megalithische monumenten toen ik in het Gemeentemuseum Arnhem in samenwerking met Britse-, Ierse-, Belgische-, Franse- en Duitse colega's een tentoonstelling samenstelde over 'De Fascinerende Wereld van Stonehenge'. Het bouwen met grote stenen hield namelijk niet op na de aanleg van de hunebedden; er zou nog eeuwenlang, tot diep in de Bronstijd, gesjouwd, gesleept en gebouwd worden met enorme keien en cultuurgebied wat er bij hoorde werd steeds groter. Na de hunebedbouwers kwamen de mensen van de bekercultuten die hun doden in grafheuvels begroeven. Van Ierland tot in Tjechoslowakije en van Nederland tot in Zuid-Europa werden megalithische monumenten gebouwd waarbij de klokbeker als vrijwel overal voorkomende grafgift diende. Er was sprake van uitwisseling van goederen, rituelen en grafgebruiken over duizenden kilometers. De contacten verliepen voor een belangrijk deel via de Nederlandse delta en de sacrale gebieden van Stonehenge en Avebury in Zuid-Engeland.
Een handelsreiziger in die tijd zou overal in West- en Midden-Europa op bijzondere megalithische monumenten zijn gestuit: steenkringen en -rijen in Ierland, Groot Brittannie en Bretagne, stenen tempels op Malta en in alle landen alleenstaande stenen en grafkelders.
Na eeuwen raakte deze wereld in verval en werden de stenen en grafheuvels steeds meer met verwonderde blikken bekeken.
Hun betekenis en functie waren vergeten en naarmate de tijd voort schreed ontstonden de verhalen over een grootse, wonderbaarlijke wereld die verloren was gegaan. In Groot Brittannie en Ierland staan de stille getuigen daarvan niet alleen in bewoonde gebieden maar ook in tegenwoordig vrijwel verlaten, desolate gebieden en op dunbevolkte eilanden.
Sinds de komst van de Kelten worden ze gezien als de woonplaatsen van het elfenvolk, de Tuatha de Danann, en in hun oeroude mythen wordt gesproken van de toegangspoorten naar de prachtige wereld van weleer.
maandag 23 januari 2017
MAGISCH GLASTONBURY
Ruim 30 jaar geleden las ik voor het eerst over Glastonbury. 'Nevelen van Avalon' van Marion Bradley was net in Nederland verschenen en beschreef het verhaal van priesteres Morgana le Fay over de ondergang van het rijk van Koning Arthur en daarmee ook de verdwijning van de aloude heidense wijsheid die sinds de tijd van Stonehenge had bestaan. In het boek staat Avalon voor de plaats waar die wijsheid sinds oudsher werd bewaard en was Glastonbury de plek waar het eerste christendom in Engeland onstond. Het zou om dezelfde locatie gaan en dat bleek ook toen in 1191 monniken van de abdij van Glastonbury een graf vonden waarin ze naast een skelet een loden kruis aantroffen met de tekst:' Hier ligt begraven de beroemde koning Arthur op het eiland Avalon'. Sindsdien wordt Glastonbury geidentificeerd als het legendarische Avalon.
Toen ik Glastonbury de eerste keer per auto vanuit het oosten naderde ontwaarde ik de kenmerkende markante 'Tor' al op ongeveer 20 kilometer afstand. De heuvel rees als een vulkaan uit het overigens relatief vlakke landschap op. Dichterbij gekomen zag ik ook de terrassen langs de hellingen en de St.Michaelstower op de top. De Tor stond bekend als een toegangspoort naar de Keltische Andere Wereld van het Elfenvolk waar koning Gwyn ap Nudd heerste. Een grote steen op de zuidelijke helling geeft aan waar men de Andere Wereld binnen kon gaan. De Andere Wereld wordt ook wel Avalon genoemd waarheen Arthur per schip werd gebracht na zijn laatste veldslag. Morgana le Fay zou er zijn wonden verzorgen
Glastonbury was altijd al een bijzondere en mooie plaats maar vanaf de jaren tachtig kreeg het ook steeds meer een alternatief karakter. Mensen uit vele landen streken er neer, Vaak voor een vakantie, maar soms ook om er te blijven wonen. Er ontstond een alternatief winkelcentrum en later een Goddess Temple en alle seizoensfeesten worden er in en rond het centrum gevierd in allerlei uitdossingen. Op 30 april, aan de vooravond van 1 mei, wordt Beltane, het Keltische vruchtbaarheidsfeest gevierd met veel rode en groene kleuren in het straatbeeld.
zaterdag 21 januari 2017
BARDSEY ISLAND, DE LAATSTE RUSTPLAATS VAN DE MAGIËR MERLIJN
Bardsey Island ligt 3 mijl uit de kust van Noordwest Wales. De laatste bewoners vertrokken in 1925 om op het vasteland hun heil te zoeken. Tegenwoordig wordt Ynys Enlli, wat de Keltische naam is van het eiland, beheerd door de Bardsey Island Trust. Op hun website staat dan ook: 'Ymddiriedolaeth Ynys Enlli sy'n gyfrifol am reoli'r Ynys'. Het is maar dat u het weet.
De oude Kelten langs de Atlantische kusten hadden iets met de eilanden die ze in de ver in zee zagen liggen. Ze vertelden over de paradijselijke eilanden achter de westerse horizon. Je bleef daar jong en gezond. De dodelijk gewonde Arthur werd na zijn laatste veldslag per schip naar Avalon gebracht waar Morgana le Fay zijn kwetsuren zou verzorgen. Merlijn wilde, moe na vele jaren magie bedrijven, naar Ynys Enlli waar hij zich te ruste kon leggen in een magisch glazen kasteel. Daar werd hij omringd door negen metgezellen die hem verzorgden en er werd gewaakt over de 13 'Schatten van Brittanië'.
Toen de oude tovenaar was vergeten streken er Christenen neer op het eiland. Het verhaal gaat dat omstreeks het midden van de 6e eeuw St.Cadfan hier met zijn volgelingen een klooster stichtte.Het werd al snel als een heilig eiland gezien. Tal van koninklijke hoogheden werden er begraven en volgens de overlevering ook 20.000 heiligen.
Sommigen identificeren het eiland met Avalon waar Morgana le Fay met haar negen zusters in een Glazen Kamer leefde.
Het vroegmiddeleeuwse klooster maakte in de 13e eeuw plaats voor een abdij waarvan slechts ruïnes zijn overgebleven. In 1875 werd een kapel gebouwd die nog altijd voor gebed en meditatie wordt gebruikt.
De weinige huizen die nog op het eiland zijn werden gebouwd rond 1870 door de toenmalige landeigenaar, Lord Newborough. De Bardsey Island Trust beheert zeven voormalige boerenwoningen die nu als vakantiehuisjes verhuurd worden. In het zomerseizoen kunnen toeristen bij goed weer overgevaren worden. In de huisjes is geen electriciteit. Er is alleen koud bronwater waar zuinig mee omgesprongen moet worden. Er kan slechts een beperkte hoeveelheid voedingsmiddelen worden meegenomen. Soms kan de boot dagenlang niet uitvaren. Dan is Bardsey Island weer in zijn oorspronkelijke element, overgeleverd aan de elementen, een plek waar Merlijn zich met zijn schatten terecht veilig wist.
De oude Kelten langs de Atlantische kusten hadden iets met de eilanden die ze in de ver in zee zagen liggen. Ze vertelden over de paradijselijke eilanden achter de westerse horizon. Je bleef daar jong en gezond. De dodelijk gewonde Arthur werd na zijn laatste veldslag per schip naar Avalon gebracht waar Morgana le Fay zijn kwetsuren zou verzorgen. Merlijn wilde, moe na vele jaren magie bedrijven, naar Ynys Enlli waar hij zich te ruste kon leggen in een magisch glazen kasteel. Daar werd hij omringd door negen metgezellen die hem verzorgden en er werd gewaakt over de 13 'Schatten van Brittanië'.
Toen de oude tovenaar was vergeten streken er Christenen neer op het eiland. Het verhaal gaat dat omstreeks het midden van de 6e eeuw St.Cadfan hier met zijn volgelingen een klooster stichtte.Het werd al snel als een heilig eiland gezien. Tal van koninklijke hoogheden werden er begraven en volgens de overlevering ook 20.000 heiligen.
Sommigen identificeren het eiland met Avalon waar Morgana le Fay met haar negen zusters in een Glazen Kamer leefde.
Het vroegmiddeleeuwse klooster maakte in de 13e eeuw plaats voor een abdij waarvan slechts ruïnes zijn overgebleven. In 1875 werd een kapel gebouwd die nog altijd voor gebed en meditatie wordt gebruikt.
De weinige huizen die nog op het eiland zijn werden gebouwd rond 1870 door de toenmalige landeigenaar, Lord Newborough. De Bardsey Island Trust beheert zeven voormalige boerenwoningen die nu als vakantiehuisjes verhuurd worden. In het zomerseizoen kunnen toeristen bij goed weer overgevaren worden. In de huisjes is geen electriciteit. Er is alleen koud bronwater waar zuinig mee omgesprongen moet worden. Er kan slechts een beperkte hoeveelheid voedingsmiddelen worden meegenomen. Soms kan de boot dagenlang niet uitvaren. Dan is Bardsey Island weer in zijn oorspronkelijke element, overgeleverd aan de elementen, een plek waar Merlijn zich met zijn schatten terecht veilig wist.
STANTON DREW STONE CIRCLES (SOMERSET)
In het noordelijk deel van Somerset en ten oosten van Bristol liggen in een landelijke omgeving de twee steencirkels van Stanton Drew. De grootste cikel is, op die van Avebury na, de grootste van Groot Brittannie. De meeste stenen zijn verdwenen of omgevallen maar enkele exemplaren staan nog overeind. Vanaf de rivier de Chew loopt een avenue naar deze cirkel, een verschijnsel dat we ook van Stonehenge kennen. De steencirkels zijn omstreeks 2700 voor Christus gebouwd. Een drietal stenen, The Cove, bij de lokale pub, is 1000 jaar eerder opgetrokken.
Volgens de overlevering waren de stenen ooit gasten van een bruiloftsfeest die tot zondagmorgen door dansten en daarom voor straf door de duivel in stenen werden veranderd.
donderdag 19 januari 2017
DE ZWARTE GRAAL
Tijdens de Libanese burgeroorlog komen als gevolg van het strijdgeweld de resten van een unieke Phoenicische tempel aan het licht. Buitenlandse archeologen schieten te hulp om de uitzonderlijke overblijfselen te redden. Het onderzoek eindigt in een drama als de archeologen het slachtoffer lijken te zijn van een oeroude vervloeking. Na de reddingsactie van de overlevenden blijkt dat er in de tempel oude giftige schimmels zijn vrijgekomen. De opgraving heeft aanwijzingen opgeleverd over de Zwarte Graal, een mysterieus relikwie dat sinds de Oudheid een zwerftocht maakt langs gebieden waar kwade machten lijken te heersen. Twee geheime genootschappen, die elkaar al eeuwenlang op leven en dood hebben bestreden bij de speurtocht naar de meest heilige schatten uit het verleden, besluiten samen te gaan werken omdat een zeer agressieve derde partij eveneens op zoek blijkt te zijn naar de verdwenen kostbare beker: de Wrekers van Baal. Vanaf dat moment stapelen de explosieve gebeurtenissen zich op tijdens een queeste die naar Andalusië in Zuid-Spanje, Carthago in Tunesië, Zuid-Egypte, Slowakije en Transsylvanië in Roemenië voert. Uiteindelijk vindt de Zwarte Graal op onnavolgbare wijze zijn eigen weg op een manier die de wereld zal schokken.
zaterdag 14 januari 2017
CORNWALL. LAND VAN OUDE STEENKRINGEN EN GRAFTOMBEN, HEILIGE BRONNEN EN KAPELLETJES EN NATUURLIJK KONING ARTHUR
Al in de Bronstijd werden in het prachtige Cornwall steenkringen en graftomben van enorme keien aangelegd.
Het land wemelde van de heilige bronnen die gezien werden, evenals andere waterlichamen, als toegangspoorten naar de Andere Wereld. Eeuwenlang werden hier offers gebracht. Na de kerstening kregen de meeste de naam van een beschermheilige. Vanuit de bronnen lopen talloze beken via soms diepe kloven en hoge watervallen naar zee.
In een van de kloven, Rocky Valley, even ten noorden van Tintagel, zijn twee labyrinten uit de Bronstijd in de rotswand gegraveerd.
Tintagel is traditioneel de geboorteplaats van Koning Arthur, de laatste Keltische vorst.
Zijn laatste veldslag streed hij bij Camlann waarbij hij zwaar gewond raakte en naar het eiland Avalon gebracht werd.
Zijn zwaard Excalibur werd volgens de overlevering Bij Dozmary Pool terug gegeven aan de Vrouwe van het Meer.
maandag 2 januari 2017
Abonneren op:
Posts (Atom)