vrijdag 29 april 2016

HERAION, TEMPEL VAN HERABIJ ARGOS

Het Heraion was een heiligdom uit het einde van de 5e eeuw voor Christus, gewijd aan de godin Hera. Het behoorde bij het oorspronkelijke Argos dat ten oosten van de huidige stad lag. Hier woonden de priesteressen van Hera. In de tempel bevond zich een beeld van goud en ivoor. Er boven was de plek waar de Griekse leiders trouw zworen aan Agamemnon van Mykene alvorens zij naar Troje zeilden. Mykene lag ten noorden van het antieke Argos.

woensdag 27 april 2016

BRENT TOR IN DARTMOOR







Bij helder weer kun je vanaf grote afstand de rots met de kerk van St.Michel de Rupe(Saint Michael of the Rock) zien liggen. Het bijzondere monument ligt bij het dorpje Brentor aan de westelijke rand van Dartmoor. Rond de Tor zijn overblijfselen van een Keltisch heuvelfort. Het kerkje biedt plaats aan slechts 40 personen en wordt alleen nog tijdens Kerstmis en Pasen gebruikt. Er gaan veel legenden over deze plek. Een middeleeuwse schipbreukeling zou na zijn redding geld voor de bouw van de kerk hebben geschonken. Toen de duivel hier kwam spoken moest hij vluchten omdat St.Michael hem met een rotsblik bekogelde.

donderdag 21 april 2016

TUINDORP OOSTZAAN EN HET ZONNEHUIS

Amsterdam bestreek in de Gouden eeuw het gebied dat we nu de 'grachtengordel' noemen. In de 18e eeuw stagneerde de groei van de stad en pas in de tweede helft van de 19e eeuw vonden vanuit het oude centrum grootschalige uitbreidingen naar het westen, oosten en zuiden plaats. Voor de noordkant van de stad was nauwelijks belangstelling; het IJ bepaalde de grens van de groei. Dat zou echter niet lang meer duren. Plannen voor woonwijken in het noordelijk stadsdeel werden gesmeed en vanaf 1920 op diverse plaatsen uitgevoerd.Aan de noordzijde van het IJ verrezen vanaf de Van de Pekbuurt nieuwe stadsdelen, die het tot dan toe bekende uitzicht van de stad op de dijkbebouwing van Buiksloot en Nieuwendam voorgoed aan het oog onttrokken. Bij Nieuwendam in het oosten van 'Noord', ontstond een project van sociale woningbouw rondom het nieuwe Purmerplein. In het westen werd ver weg van alle bestaande en geplande bebouwing Tuindorp Oostzaan aangelegd. Het kwam te liggen als een eenzaam bebouwd eiland langs een oud polderland en diende in eerste instantie als huisvesting voor de werknemers van de NDSM (de Nederlandsche Dok en Scheepsbouw Maatschappij). Er was sprake van noodwoningen. Amsterdam was destijds onzichtbaar vanuit deze nieuwe uitbreiding. Het nieuwe tuindorp klampte zich dan ook als het ware vast aan de oude polderdijk die er voor een groot deel langs liep: de Landsmeerder- en Oostzanerdijk. Vanaf die dijk die ooit de noordgrens van het IJ was liepen de naamgevende dorpen Landsmeer en Oostzaan in lange lintvorm naar de noordelijke horizon met links en rechts uitgestrekte weilanden, sloten en plassen. In het noordwesten lag, net niet zichtbaar, Zaandam. Tuindorp was de eerste wijk van Amsterdam die niet aansloot op de vanuit de vanuit het centrum geplande bebouwing. De wijk lag eenzaam aangeschurkt tegen dorpen waarmee het historisch niets gemeen had. In een tijd waarin het openbaar vervoer nog niet zo veel voorstelde en de afstand naar de stad groot was kon in Tuindorp Oostzaan een eigen dorpscultuur ontstaan. Op winkelpleinen ontmoetten de bewoners elkaar en daar werden de dagelijkse nieuwtjes uitgewisseld. Het Zonneplein was het centrum van de wijk en het Zonnehuis de plaats waar bijzondere evenementen plaatsvonden. Er waren voor die tijd indrukwekkende schoolgebouwen opgetrokken die Tuindorp aanzien en eigenwaarde gaven. De jeugd kon dicht bij huis opgroeien en les krijgen in een vertrouwde omgeving. Ruim 30 jaar later werd buit het bedijkte Tuindorp in het oosten Terrasdorp aangelegd. De nam verwees naar de aanleg in lagere en hogere delen die vooral bij het Ananasplein zichtbaar was. De straten kregen fruitnamen waardoor er al snel van Tuttifruttidorp werd gesproken. Tot in het midden van de jaren zestig was Tuindorp een redelijk gesloten gemeenschap met contacten langs en over de Landsmeerder- en Oostzanerdijk. Het was een gezellig dorp met feesten en evenementen. Amsterdam was nog steeds ver weg. De Coentunnel sloeg als eerste een bres in het omringende landschap. Een groot deel van de polder naar het Noordzeekanaal was niet of nauwelijks meer toegankelijk. De Molenwijk werd gebouwd en belemmerde voortaan het vrije uitzicht op het vlakke noorden. De mensen die er zich vestigden hadden niets of nauwelijks iets met Tuindorp gemeen. In het oosten werden heipalen voor de Buiksloterbanne in de grond geslagen en met de ringweg werd later de omsingeling voltooid. Uiteindelijk was Tuindorp toch opgeslokt door het oprukkende Amsterdam. De gebeurtenis die natuurlijk in het geheugen van alle oude Tuindorpers gegrift is, is de watersnood van 1960. Een dijk van Zijkanaal H was doorgebroken en het water stroomde met grote snelheid en enorme hoeveelheden de polder in, op weg naar Tuindorp Oostzaan. Heel het oude dorp kwam blank te staan. Nadat het gat in de dijk gedicht was kon begonnen worden met het wegpompen van het water. Op 29 januari mocht iedereen weer naar huis om schoon te maken. Op het Zonneplein stond een tent waar je 's avonds eten kon krijgen. De watersnood liet diepe littekens na. De schade aan huizen en tuinen kon hersteld worden, maar er was veel onvervangbaars verloren gegaan of ernstig beschadigd, vooral foto's en familiedocumenten. In de jaren zestig waren het Zonneplein en het Zonnehuis het centrum van Tuindorp Oostzaan. Andere winkelpleinen, zoals het Ananasplein en het Mercuriusplein, waren plaatsen waar je je dagelijkse boodschappen deed en nieuwtjes uitwisselde, maar op het Zonneplein kon je naar de film, naar dansles en concerten. Zie ook:http://www.historischearchief-toz.nl en http://www.fijnzonneplein.nl

DE SCHRIJVER STARING VAN LANDHUIS DE WILDENBORCH OVER WITTE WIEVEN

A.C.W.Staring, die de Wildenborch in de Achterhoek bewoonde, schreef in 1837 twee verhalen over witte wieven. Een notitie van hem van zeven jaar eerder doet vermoeden dat hij zijn oor te luisteren had gelegd bij boeren in de omgeving. Een feit is dat 'zijn' verhalen in allerlei varianten werden verteld in de Achterhoek, Twente en Drenthe. In ieder geval was Staring de eerste die verhalen over witte wieven schreef. Voor zijn tijd was er alleen maar sprake van losse vermeldingen in kronieken. Archeologen die in de tweede helft van de 19e eeuw in de Achterhoek toevallig blootgelegde resten van prehistorische begraafplaatsen blootlegden kregen vaak van graaflieden uit de omgeving te horen dat het plekken waren waar verhalen over witte wieven de ronde deden. In de meeste overleveringen werden witte wieven uitgedaagd door in de herberg als gevolg van te veel drank overmoedig geworden boeren en door lieden die met weddenschappen hun moed wilden bewijzen door de wieven te tarten. Slechts enkele verhalen gingen over boerinnen die door de wieven ontvoerd waren en dan waren er ook nog overleveringen over mensen die de grafheuvels betreden hadden en een merkwaardige wereld hadden gezien Zo'n verhaal speelde zich af bij de Scheleguurtsjesbelt, dicht bij het landhuis van Staring. Hij schreef in 1830 hoe veertig jaar eerder een arbeider daar een vreemd avontuur beleefde:'Hij ging er op een nacht, in zijne eenzaamheid, digt langs, en wat vernam hij. De heuvel had eenen openstaanden toegang gekregen. Als met geweld daarin getrokken, zag onze man een verlichte ruimte en temidden van dezelve een tafel, pronkende met kandelaars, bekers, enz., alles van louter zilver. Hoe hij werder van deze plaats wegraakte, herinnerde ik mij niet, maar dat hij van het geziene zilver niets tot aandenken had medegekregen, stel ik vast, want ik heb hem tot zijn dood toe, nooit rijk genoeg gekend, om in de kroeg meer te besteden dan zijne daghuur.' Volgens de overlevering hebben verschillende mensen die heuvel wel eens open gezien. Als zij naar binnen keken zagen ze kostbaar gedekte tafels waarop zilveren kandelaars met brandende kaarsen stonden. 'Witte wieven en elfen, fluisteringen uit de Andere Wereld'- Ruud Borman. Uitgeverij A3 boeken te Geesteren.

dinsdag 19 april 2016

NESCIO OVER RANSDORP

'En aan het einde der wegen zag je nog even de dijk der Zuiderzee, het land was zo weemoedig in die novemberschemering, de vierkante toren van Ransdorp in de verte en de rij van nietige huisjes aan weerszijden ervan, ze scheidden, zo node van de dag, dat 't was alsof 't na deze schemering niet licht meer zou worden. Zo zou 't wezen als wij stierven, nog maar een korte tijd dan zou alles afgelopen wezen en wij waren zeer droevig. Nescio.

vrijdag 15 april 2016

HET TUINPAD VAN ........



'Het tuinpad van mijn vader', een liedje van Wim Sonneveld, nostalgie uit de goede oude tijd. Ik had een tuinpad van mijn moeder, oftewel van mijn grootouders. Het was een zandpad dat langs hun boerenhuisje liep en grensde aan een akker waar 's zomers rogge groeide. Meestal werd het graan net gemaaid wanneer ik er logeerde. Dan werden de korenschoven samengebonden en rechtop neergezet. Daar kon je dan lekker tegen aan zitten en kijken naar de korenbloemen en klaprozen.



Bij het huisje stond een waterpomp; waterleiding was er nog niet. Er was een mooie kamer, een heuse deel en een opkamer waar het 's nachts soms om onverklaarbare reden licht werd. Soms moest ik even helpen in de moestuin.


Na een hete dag kon het er enorm onweren. De hemel kreeg dan paarse en groene tinten en de wolken leken kolkend dichterbij te komen. Het laatste zonlicht verdween en een donkere schaduw rolde over de velden naderbij. Een plotselinge bliksemflits zette het firmament in vuur en vlam en een aanzwellende wind kwam over het landschap aan razen. De storm gierde rond het huis, rukte aan de luiken en blies angstaanjagende geluiden door de kieren in de muren. Een stortvloed van hemelwater daalde op de aarde neer. Op de akker zagen we de korenschovenomvallen en weggeblazen worden. De hemel was verduisterd en de storm huilde over het land.


Als 's avonds de lucht weer was opgeklaard en nevelslierten boven de velden hingen wees mijn opa naar de bossen in het zuiden. 'Daar', zei hij, 'wonen de witte wieven in hun grafheuvels. Het is er niet pluis.'





maandag 11 april 2016

WILD EN WOEST WAREN DE HEIDE EN HET VEEN

'Wild en woest en ledig was het ruwe veen. Slechts de heide vlocht er kransen over heen, boog zich over de oevers van de bruine plas en verborg de diepten van het zwarte moeras.' Heidevelden ontstonden in de tijd van de oudste landbouw, duizenden jaren geleden. Er werden honderden grafheuvels aangelegd gedurende vijftien eeuwen. Later vertrokken de boeren naar de vruchtbare rivierdalen langs de zandgronden. De grote stille heide raakte verlaten. De heidevelden werden het terrein van doortrekkende handelaren, struikrovers, wolven en witte wieven. Op en rond de heidegebieden waren veenplassen en moerassen die zich tot aan de horizon uitstrekten. Ooit werden er offers aan de goden gebracht: gebruiksvoorwerpen, wapens, sieraden en soms zelfs mensen. Tot ver in de 19e eeuw waren heidevelden en moerassen gebieden die gemeden werden. Toen kwamen er schilders en schrijvers die op doeken en geschriften hun bewondering voor deze oerlandschappen vastlegden. Voor het zover was waren er al sinds mensenheugenis geheimzinnige verhalen ontstaan over reuzen die meren hadden gegraven en hunebedden aangelegd, sompige leemkuilen waarin kloosters en kapellen waren verzonken, duivelskolken en -stenen, graven van stamhoofden uit de Bronstijd en grafheuvels waarin de witte wieven woonden............Wanneer de dagen weer korter werden en najaarsstormen en duisternis het land in hun greep kregen kroop de nevelachtige klammigheid langs boomstammen en vanuit de heidevelden en moerassen omhoog en 's avonds bescheen de maan een wit landschap waar alleen de bomen boven uitstaken. In de boerenhoeven in deze eenzaamheid waren de luiken en deuren vergrendeld en was het haardvuur hoog opgepookt Rond de vuren werden de verhalen van generatie op generatie doorverteld.Er werd ademloos naar geluisterd en iedereen wist dat het in die tijd buiten niet pluis was.

vrijdag 8 april 2016

HET DROEVIGE LOT VAN KASTEELVROUWE ELEONORA

Eeuwen geleden woonde op kasteel de Wildenborch(Achterhoek) de schone Eleonora. Haar moeder die zeer op rijkdom gesteld was, wilde haar uithuwelijken aan de zeer rijke maar lompe ridder Zweder. Eleonora had in stilte al een andere man lief, maar bij het sterfbed van haar moeder moest ze beloven met hem te trouwen. Ze stelde dit huwelijk steeds opnieuw uit totdat Zweder ongeduldig werd, naar de wapens greep en de Wildenborch wekenlang belegerde. Uiteindelijk werd de burcht door haar geliefde,Herman, ontzet waarna beiden onmiddellijk in het huwelijk traden. Gelukkige jaren volgden totdat Herman door Zweder's handlangers via sluipmoord om het leven werd gebracht. Zweder eiste opnieuw zijn recht op maar Eleonora vluchtte over de IJssel naar slot Staverden op de Veluwe waar ze een jaar later van liefdesverdriet stierf. Ze werd achter het kasteel begraven. Bij die plaats, die nog steeds Eleonora's Pol heet, zwerft 's nacht nog altijd een zwarte vrouw klagend rond en klopt nog regelmatig op de poortdeur van het kasteel.

donderdag 7 april 2016

MAGISCH GLASTONBURY

Ruim 25 jaar geleden las ik voor het eerst over Glastonbury. 'Nevelen van Avalon' van Marion Bradley was net in Nederland verschenen en beschreef het verhaal van priesteres Morgana le Fay over de ondergang van het rijk van Koning Arthur en daarmee ook de verdwijning van de aloude heidense wijsheid die sinds de tijd van Stonehenge had bestaan. In het boek staat Avalon voor de plaats waar die wijsheid sinds oudsher werd bewaard en was Glastonbury de plek waar het eerste christendom in Engeland onstond. Het zou om dezelfde locatie gaan en dat bleek ook toen in 1191 monniken van de abdij van Glastonbury een graf vonden waarin ze naast een skelet een loden kruis aantroffen met de tekst:' Hier ligt begraven de beroemde koning Arthur op het eiland Avalon'. Sindsdien wordt Glastonbury geidentificeerd als het legendarische Avalon. Toen ik Glastonbury de eerste keer per auto vanuit het oosten naderde ontwaarde ik de kenmerkende markante 'Tor' al op ongeveer 20 kilometer afstand. De heuvel rees als een vulkaan uit het overigens relatief vlakke landschap op. Dichterbij gekomen zag ik ook de terrassen langs de hellingen en de St.Michaelstower op de top. De Tor stond bekend als een toegangspoort naar de Keltische Andere Wereld van het Elfenvolk waar koning Gwyn ap Nudd heerste. Een grote steen op de zuidelijke helling geeft aan waar men de Andere Wereld binnen kon gaan. De Andere Wereld wordt ook wel Avalon genoemd waarheen Arthur per schip werd gebracht na zijn laatste veldslag. Morgana le Fay zou er zijn wonden verzorgen Glastonbury was altijd al een bijzondere en mooie plaats maar vanaf de jaren tachtig kreeg het ook steeds meer een alternatief karakter. Mensen uit vele landen streken er neer, Vaak voor een vakantie, maar soms ook om er te blijven wonen. Er ontstond een alternatief winkelcentrum en later een Goddess Temple en alle seizoensfeesten worden er in en rond het centrum gevierd in allerlei uitdossingen. Op 30 april, aan de vooravond van 1 mei, wordt Beltane, het Keltische vruchtbaarheidsfeest gevierd met veel rode en groene kleuren in het straatbeeld.

woensdag 6 april 2016

MYKENE EN DE TROJAANSE OORLOG

Omstreeks 800 voor Christus schreef Homerus over de Trojaanse oorlog die toen al vijf eeuwen eerder had plaats gevonden en nog slechts in mythen voort leefde. Hij verhaalde over koning Agamemnon die met zijn troepen zijn burcht via de 'leeuwenpoort' verliet om Troje te straffen voor de ontvoering van koningin Helena van Sparta. Met hem trokken andere Griekse vorsten met hun legers ten strijde. Er volgde een tienjarig beleg van Troje. Uiteindelijk wonnen de Grieken en Agamemnon keerde zegevierend terug naar Mykene. Daar wachtte hem zijn echtgenote Klytaimnestra en haar minnaar die Agamemnon om het leven brachten. In de 19e eeuw groef de schatrijke bankier en 'selfmade' archeoloog Heinrich Schliemann, na uitgebreide opgravingen in Troje, later ook in de graven van Mykene die zich onmiddellijk na het betreden van de Leeuwenpoort aan de rechter zijde van de toegangsweg bevonden. Hij legde er enorme kostbaarheden bloot waaronder het gouden gezichtsmasker van Agamemnon. De vondsten bleken later van veel oudere datum te zijn. Schliemann had echter hoe dan ook de mythologie van het oudste Griekenland weer laten herleven.

vrijdag 1 april 2016

DE FASCINERENDE WERELD VAN STONEHENGE


Op een zomerse dag is het al vrij laat in de avond als de stilte over de vlakte van Salisbury Plain in Zuid-Engeland neerdaalt. De laatste zonnestralen verlichten nog even de westelijke monolieten van het beroemde Stonehenge, maar donkere schaduwen hebben al bezit genomen van de rest van de steenkring. Het is bijzonder om er op dit tijdstip te zijn. De toeristen zijn vertrokken en er passeren nog maar weinig auto's
In het weinige licht dat er nog is dwingt het silhouet van dit bijzondere monument nog altijd ontzag en bewondering af. Er is heel veel geschreven over het hoe en waarom van Stonehenge maar als je er 's avonds laat vrijwel alleen naar staat te kijken lijkt het alsof je even een beetje in de huid van de bouwers kunt kruipen. Als je je alleen al probeert voor te stellen hoe de stenen over enorme afstanden naar deze plek werden getransporteerd, en vervolgens bewerkt en opgericht werden met de beperkte middelen van destijds, moet je al vaststellen dat dit een prestatie is waarvan we ons de impact nauwelijks kunnen voorstellen. De grootste stenen van gemiddeld 50 ton werden over een afstand van 40 kilometer versleept, de veel kleinere 'blue stones' werden uit Wales gehaald. We praten over ruwweg 2000 voor Christus..............
Er zijn meer vragen dan antwoorden. Hoe lang duurde het transport van de stenen, wie hadden de leiding en wat beoogde men met deze gigantische onderneming?
De aanwezigheid van talloze grafheuvels en andere indrukwekkende overblijfselen in de omgeving uit de tijd van de bouwers van Stonehenge maakt duidelijk dat de steenkring onderdeel was van een enorm sacraal landschap.
Vondsten in de omringende grafheuvels wezen uit dat de bouwers van Stonehenge intensieve handelscontacten onderhielden met een groot deel van Europa. Dichtbij Stonehenge werd recentelijk het graf blootgelegd van een handelaar die uit het noordelijke Alpengebied afkomstig was. Stonehenge was een plek waar goederen, ideeën en religieuze gebruiken uit diverse landen
samen kwamen.

Het oudste Stonehenge dateert van 3000 voor Christus toen er een cirkelvormige greppel met aarden wal werd aangelegd. Het Stonehenge zoals wij dat kennen kwam omstreeks 1000 jaar later tot stand en bleef ruim 500 jaar in gebruik. Waarschijnlijk maakten later de keltische druïden er gebruik van bij hun seizoenvieringen. Daarna geraakte het in de vergetelheid totdat in de 12e eeuw de kroniekschrijver Geoffrey of Monmouth schreef dat de magiër Merlijn de steenkring vanuit Ierland naar zijn huidige lokatie had verplaatst. Talloze theorieën over de mogelijke bouwers passeerden in de opvolgende eeuwen de revue. De afgelopen decennia brachten archeologen de bouwfasen van Stonehenge gedetailleerd in beeld.
Sinds enige jaren vindt er op grote schaal onderzoek plaats in de wijde omgeving van het monument met verrassende resultaten. Al snel werd vastgesteld dat de bodem in en rond Stonehenge honderden graven bevatte; veel meer dan eerder voor mogelijk was gehouden. Ook bleek dat de 'blue stones ' niet zo maar uit Wales waren gehaald. Er zijn aanwijzingen gevonden dat de bouwers veronderstelden dat er geneeskrachtige werking van deze stenen uitging en verhalen daarover worden nog steeds in Wales verteld. Zeer recent zijn sporen van een 'blue stone'-henge gevonden op 900 meter afstand van Stonehenge; een ontdekking die in deze context uiterst belangrijk is.
Een andere vondst die onlangs de internationele pers haalde bestond uit sporen van een houten
cirkel nabij de Avon. Zoals gezegd werden de 'blue stones' via dit riviertje aangevoerd. Rivieren waren bij de Kelten en misschien ook al bij de bouwers van Stonehenge toegangspoorten tot de Andere Wereld. Het is dan ook niet voor niets dat de processieweg die bij de 'heelstone' van Stonehenge begon met een grote boog bij de Avon uitkwam.
Stonehenge blijkt niet alleen maar aangelegd te zijn om de seizoenen in steen te kunnen markeren en evenmin was het vooral bedoeld als 'symbol of power' van de lokale machthebbers van destijds. In Stonehenge werden leven en dood vorm gegeven in steen, hout en aarde en zo kreeg ook het omringende landschap gestalte.