dinsdag 25 februari 2014
IRELAND, the mysterious and magical ancient island
'Travel back through the mists of time to the days when the gods of land, sea and air ruled the mysterious, magical and turbulent country of ancient Ireland.'
woensdag 19 februari 2014
DARTMOOR; LAND VAN GRANIET, LEISTEEN EN HEIDE
Als depressies over de oceaan het zuidwesten van Engeland bereiken kun je er verzekerd van zijn dat er zich dikke wolken boven Dartmoor samenpakken om hun lading regenwater neer te laten op het onherbergzame heuvellandschap. Op zulke momenten is het er slecht vertoeven want het hemelwater kan er genadeloos hard neerkomen en beken doen aanzwellen tot kleine rivieren die binnen de kortste tijd wegen in dalen blank zetten. Ooit werd ik overvallen door zo'n gigantische stortbui nadat ik de steencirkel Grey Wethers, niet ver van Postbridge, had bezocht.
Ik probeerde zo snel mogelijk de verkeersweg bij het dorpje te bereiken in de wetenschap dat daar een vlammende open haard in het B&B-adres wachtte. In hoog tempo door de stromende regen lopend had ik nauwelijks oog voor de veranderende vegetatie..... De weg waarover ik auto's zag passeren was immers nog maar enige honderden meters van mij verwijderd. De vaste grond maakte plaats voor plassen met rietpollen die ik gebruikte om me verder te verplaatsen.
Plotseling merkte ik dat de grond bewoog, de aarde deinde onder mijn voeten op en neer. Ik liep over moerasgrond.............. Razendsnel draaide ik me om en keerde terug op mijn schreden. Hoe ik de vaste grond weer heb bereikt weet ik niet, maar onderweg verloor ik wel mijn topografische kaart en kompas. Via een enorme omweg en doorweekt strompelde ik een uur later het B&B-adres binnen. Zelden voelde het brandende vuur van een open haard zo weldadig aan.
In Dartmoor moet je altijd rekening houden met het weer. Er zijn prachtige wandelingen te maken maar je bent er al snel ver buiten de bewoonde wereld, voor zover je daarvan in dat gebied al kunt spreken. Een hele mooie route om het natuurgebied binnen te rijden is vanaf de M5 en A 30 bij Exeter naar Morehampstead. Bij mooi weer is het een genot om over een sterk kronkelende weg door het idyllische landschap te rijden en bij elke bocht weer nieuwe verrassende uitzichten te ontdekken. Na Moreheampsted beginnen al spoedig de ongenaakbare heuvels die Dartmoor zo kenmerken. Rij voorzichtig want van nu af aan grazen er overal schapen en paarden langs de weg. Tussen Postbridge en Two Bridges is een informatiecentrum
over Dartmoor. Koop er een topografische kaart om de archeologische plaatsen te bezoeken. Tijd om even uit te rusten en een mooie wandeling te maken.
Voorbij de afslagen naar Dartmeet en Princetown komen we bij Merrivale waar zich een conglomeraat van prehistorische monumenten bevindt. Er zijn steenrijen en -cirkels, stenen hutkommen en -grafkelders. Vanaf de weg zijn ze moeilijk te zien maar met behulp van de gekochte kaart zijn ze al snel te vinden. In Dartmoor zijn geen indrukwekkende steenformaties zoals Stonehenge en Avebury maar ze zijn bijzonder door hun ligging in dit desolate landschap.
De meeste werden tussen 2700 en 1000 voor Christus aangelegd in de tijd dat Dartmoor een bloeiend agrarisch landschap was. Daarna vertrokken de bewoners naar de meer vruchtbare randen en dalen van het gebied. De hogere delen van Dartmoor raakten onbewoond gedurende vele eeuwen. Vanaf de 19e eeuw werd het de voedingsbodem voor tal van spookverhalen zoals de 'Hound of the Baskervilles'.
Ik probeerde zo snel mogelijk de verkeersweg bij het dorpje te bereiken in de wetenschap dat daar een vlammende open haard in het B&B-adres wachtte. In hoog tempo door de stromende regen lopend had ik nauwelijks oog voor de veranderende vegetatie..... De weg waarover ik auto's zag passeren was immers nog maar enige honderden meters van mij verwijderd. De vaste grond maakte plaats voor plassen met rietpollen die ik gebruikte om me verder te verplaatsen.
Plotseling merkte ik dat de grond bewoog, de aarde deinde onder mijn voeten op en neer. Ik liep over moerasgrond.............. Razendsnel draaide ik me om en keerde terug op mijn schreden. Hoe ik de vaste grond weer heb bereikt weet ik niet, maar onderweg verloor ik wel mijn topografische kaart en kompas. Via een enorme omweg en doorweekt strompelde ik een uur later het B&B-adres binnen. Zelden voelde het brandende vuur van een open haard zo weldadig aan.
In Dartmoor moet je altijd rekening houden met het weer. Er zijn prachtige wandelingen te maken maar je bent er al snel ver buiten de bewoonde wereld, voor zover je daarvan in dat gebied al kunt spreken. Een hele mooie route om het natuurgebied binnen te rijden is vanaf de M5 en A 30 bij Exeter naar Morehampstead. Bij mooi weer is het een genot om over een sterk kronkelende weg door het idyllische landschap te rijden en bij elke bocht weer nieuwe verrassende uitzichten te ontdekken. Na Moreheampsted beginnen al spoedig de ongenaakbare heuvels die Dartmoor zo kenmerken. Rij voorzichtig want van nu af aan grazen er overal schapen en paarden langs de weg. Tussen Postbridge en Two Bridges is een informatiecentrum
over Dartmoor. Koop er een topografische kaart om de archeologische plaatsen te bezoeken. Tijd om even uit te rusten en een mooie wandeling te maken.
Voorbij de afslagen naar Dartmeet en Princetown komen we bij Merrivale waar zich een conglomeraat van prehistorische monumenten bevindt. Er zijn steenrijen en -cirkels, stenen hutkommen en -grafkelders. Vanaf de weg zijn ze moeilijk te zien maar met behulp van de gekochte kaart zijn ze al snel te vinden. In Dartmoor zijn geen indrukwekkende steenformaties zoals Stonehenge en Avebury maar ze zijn bijzonder door hun ligging in dit desolate landschap.
De meeste werden tussen 2700 en 1000 voor Christus aangelegd in de tijd dat Dartmoor een bloeiend agrarisch landschap was. Daarna vertrokken de bewoners naar de meer vruchtbare randen en dalen van het gebied. De hogere delen van Dartmoor raakten onbewoond gedurende vele eeuwen. Vanaf de 19e eeuw werd het de voedingsbodem voor tal van spookverhalen zoals de 'Hound of the Baskervilles'.
maandag 17 februari 2014
SACRAAL AVEBURY
Van welke kant je Avebury ook nadert, langs alle wegen er naar toe ontrolt zich een landschap dat je van de ene in de andere verbazing doet vallen. Vanuit het westen en oosten rijdt je over de voormalige Romeinse weg langs Silbury Hill, de grootste kunstmatige heuvel van Europa die omstreeks 2700 voor Christus is aangelegd met 325.000 kubieke meter kalkbrokken. De aanleiding voor de bouw is nog steeds een raadsel ook al bestaan daarover natuurlijk een aantal theorieën.
Wie vanuit het zuiden Avebury nadert passeert eerst de Wansdyke die in de Vroege Middeleeuwen mogelijk een Saksische(Wodan) verdedigingslinie was.Vervolgens duiken overal langs de weg tot hoog op de hellingen grafheuvels op. Wanneer de akkers braak liggen zijn ze het best herkenbaar omdat ze scherp afsteken tegen het landschap van witte kalk en donkere vuursteen. Na nog enige kilometers wordt ook de top van Silbury Hill zichtbaar
Vanuit het noorden beland je plotsklaps in de grootste steenkring van Europa; je rijdt er nota bene dwars doorheen. Je ziet in het voorbijgaan een enorme droge gracht en ringwal rond de overgebleven stenen van dit indrukwekkende monument. Het is geen stenen constructie zoals Stonehenge. Elke steen is anders en bijzonder qua uiterlijk en omvang en toch was de steenkring ooit een sacraal geheel. Wie deze magische plek betreedt voelt zich klein worden en komt onder de indruk van het enorme werk dat hier is verzet. Dat een groot aantal stenen is gesloopt doet er eigenlijk niet toe. Wie een wandeling maakt over de ringwal voelt dat de indruk en uitstraling van deze bijzondere plaats enorm moet zijn geweest en nog steeds is. De prestatie is des te indrukwekkender als men weet dat Silbury Hill, dat even zuidelijker ligt, min of meer gelijktijdig is aangelegd.
Voordat deze grote werken tot stand kwamen ontstond op Windmill Hill, even ten noordwesten van de steenkring een van de eerste agrarische nederzettingen van Groot Brittannië. De bewoners legden ten zuiden van Silbury Hill een enorm grafmonument aan: West Kennet Long Barrow, een bijna 100 meter lange heuvel met aan de oostzijde een stenen grafkamer. Archeologen nemen aan dat deze vroege boeren hun doden in de vrije natuur op houten stellages aan de elementen prijsgaven. De overblijfselen werden deels gebruikt om hun nederzetting te markeren, wellicht als beschermers, en deels bijgezet in hun grafkamer.
Omstreeks 2000 voor Christus raakten de megalithische monumenten in onbruik. Immigranten van de klokbekercultuur lieten zich voortaan in grafheuvels begraven en gaven daarmee het landschap van Avebury een extra dimensie. Langs de oeroude Ridgeway zijn ze vanaf grote afstand, vaak door een groep bomen omgeven, te zien. Ook op andere markante plekken bij Avebury markeren ze dit indrukwekkende sacrale landschap.
Wie vanuit het zuiden Avebury nadert passeert eerst de Wansdyke die in de Vroege Middeleeuwen mogelijk een Saksische(Wodan) verdedigingslinie was.Vervolgens duiken overal langs de weg tot hoog op de hellingen grafheuvels op. Wanneer de akkers braak liggen zijn ze het best herkenbaar omdat ze scherp afsteken tegen het landschap van witte kalk en donkere vuursteen. Na nog enige kilometers wordt ook de top van Silbury Hill zichtbaar
Vanuit het noorden beland je plotsklaps in de grootste steenkring van Europa; je rijdt er nota bene dwars doorheen. Je ziet in het voorbijgaan een enorme droge gracht en ringwal rond de overgebleven stenen van dit indrukwekkende monument. Het is geen stenen constructie zoals Stonehenge. Elke steen is anders en bijzonder qua uiterlijk en omvang en toch was de steenkring ooit een sacraal geheel. Wie deze magische plek betreedt voelt zich klein worden en komt onder de indruk van het enorme werk dat hier is verzet. Dat een groot aantal stenen is gesloopt doet er eigenlijk niet toe. Wie een wandeling maakt over de ringwal voelt dat de indruk en uitstraling van deze bijzondere plaats enorm moet zijn geweest en nog steeds is. De prestatie is des te indrukwekkender als men weet dat Silbury Hill, dat even zuidelijker ligt, min of meer gelijktijdig is aangelegd.
Voordat deze grote werken tot stand kwamen ontstond op Windmill Hill, even ten noordwesten van de steenkring een van de eerste agrarische nederzettingen van Groot Brittannië. De bewoners legden ten zuiden van Silbury Hill een enorm grafmonument aan: West Kennet Long Barrow, een bijna 100 meter lange heuvel met aan de oostzijde een stenen grafkamer. Archeologen nemen aan dat deze vroege boeren hun doden in de vrije natuur op houten stellages aan de elementen prijsgaven. De overblijfselen werden deels gebruikt om hun nederzetting te markeren, wellicht als beschermers, en deels bijgezet in hun grafkamer.
Omstreeks 2000 voor Christus raakten de megalithische monumenten in onbruik. Immigranten van de klokbekercultuur lieten zich voortaan in grafheuvels begraven en gaven daarmee het landschap van Avebury een extra dimensie. Langs de oeroude Ridgeway zijn ze vanaf grote afstand, vaak door een groep bomen omgeven, te zien. Ook op andere markante plekken bij Avebury markeren ze dit indrukwekkende sacrale landschap.
woensdag 12 februari 2014
HEKSENVERVOLGINGEN, MOEDERKOORN, JEROEN BOSCH EN VEENLIJKEN
Heksenvervolgingen vonden vooral in angstige tijden. In oorlogen, na misoogsten, de uitbraak van een besmettelijke ziekte en andere rampen regeerde de angst en werd gezocht naar zondebokken. Vaak waren dat magiers en tovenaressen die weliswaar in elk dorp te vinden waren maar toch als 'andere' mensen bekeken werden. In rustige tijden maakte men gebruik van hun kennis van genezende kruiden en andere helende middelen, maar bij rampen zag men hen als degenen die ongeluk en mislukte oogsten veroorzaakten.
Het eten van verrot graan(moederkoorn), vooral rogge, bracht ernstige krampen en het samentrekken van de bloedbaan teweeg waardoor lichaamsdelen konden afsterven. De gifstoffen bewerkstelligden ook ernstige hallucinaties en uiteindelijk krankzinnigheid. Deze verschijnselen werden ergotisme of St.Anthoniusvuur genoemd.Er wordt verondersteld dat de schilder Jeroen Bosch er in zijn jeugd kortstondig aan geleden heeft. Ook heeft hij waarschijnlijk de grote stadsbrand van 's Hertogenbosch in 1463 meegmaakt. Wellicht waren deze ervaringen de reden dat hij veel branden en voorstellingen van de hel in zijn schilderijen verwerkt heeft. De gevolgen van ergotisme zijn in een aantal gevallen toegeschreven aan het werk van heksen, o.a. in Salem(V.S.), die daardoor geslachtofferd werden. Toch waren de verschijnselen van moederkoorn in de late middeleeuwen niet onbekend bij medici en alchemisten. Verstrekt in een geringe dosis kon de gifstof zelfs helend werken.
Frappant is dat men al de prehistorie over deze kennis beschikte. Archeologen hebben vastgesteld dat de maaginhoud van opgegraven veenlijken uit Engeland en Ierland sporen van ergot bevatte. De slachtoffers waren drievoudig vermoord door middel van een harde klap op hun hoofd, een steek met een scherp wapen in hun borst en wurging met een touw. Heeft men destijds deze ellende willen verzachten door hen in een hallucinerende waan te brengen waardoor de pijn niet of nauwelijks meer gevoeld werd?
zondag 9 februari 2014
EEN BLOEDDORSTIGE GRAVIN
In de Kleine Karpaten ligt, niet ver van de grens met Tsjechië, het Slowaakse dorpje Cachtice. Deze plaats zal maar weinig mensen iets zeggen en is dan ook allerminst een toeristische bezienswaardigheid. Dat er toch regelmatig bezoekers verschijnen heeft dan ook een andere oorzaak: een kasteelruïne, die enige kilometers ten noordwesten van Cachtice gelegen is. Vier eeuwen geleden stond hier een onneembaar slot waar Elisabeth(Erzsebet) Bathory resideerde. Zij is de geschiedenis in gegaan als de bloedgravin die honderden meisjes martelde en vermoordde.
Kasteel Cachtice maakte in de Middeleeuwen deel uit van een serie versterkingen aan de westgrens van het Koninkrijk Hongarije. Door oorlogshandelingen in 1670 en 1708 raakte het slot zwaar beschadigd en verviel daarna tot een ruïne. Een 19e eeuwse foto toont grauwe muurresten op een boomloze heuveltop, een desolaat oord dat beelden op roept van een gruwelijke voorgeschiedenis.
Niet voor niets is deze bloeddorstige gravin vaak in een adem genoemd met de 15e eeuwse heerser over Walachije in Roemenië, Vlad Tepes, die we beter kennen als graaf Dracula. Vast staat dat telgen van beide adellijke geslachten in hun turbulente tijd, vol oorlogshandelingen, met elkaar van doen hebben gehad.
Elisabeth Bathory werd geboren in 1560. Haar ouders behoorden tot de oudste en rijkste families van Hongarije. In 1575 huwde ze met Ferencz Nadasky die in 1578 legeraanvoerder werd van de Hongaarse troepen in hun oorlog tegen de Turken, die toen tot in Midden-Europa waren doorgedrongen. Nadasky was een moedige maar ook wrede legeraanvoerder. Zijn huwelijksgeschenk aan Elisabeth was kasteel Cachtice dat hij vlak voor zijn dood(1604?) kocht voor 36.000 goudstukken van keizer Rudolf ll.
In Elisabeth's milieu zouden al vroeg duistere personen zijn opgetreden. Een oom was bekend als duivelsaanbidder en sommige andere familieleden waren krankzinnig of pervers. Een manlijke bediende bracht haar in occulte sferen en een tante zou haar de 'genietingen' van martelingen hebben bij gebracht.
Wanneer Elisabeth met haar eigen duistere praktijken begonnen is, is onbekend. Ze moet een mooie en intelligente vrouw geweest zijn die bang was om ouder te worden. Ze had een bijna transparante huid die sterk contrasteerde met haar donkere haar. Haar originele portret van 1585, dat daarna vaak gekopieerd werd, is verloren gegaan.
Volgens een hardnekkig verhaal sloeg ze een van haar bediendes eens zo hard dat ze het meisje ernstig verwondde waardoor er bloedspatten op haar huid kwamen. Het viel haar later op dat die plekken er jonger uit leken te zien waardoor er bij haar een waanidee ontstond dat maagdenbloed haar jong kon houden.
Al snel bleken wrede vrouwen om haar heen bereid om haar te steunen in haar bloeddorstige denkbeelden. Zij stroopten de omgeving af op zoek naar boerenmaagden die ze op vreselijke wijze vermoordden zodat de gravin in hun bloed kon baden en ervan kon drinken.
Haar echtgenoot en familie schijnen op de hoogte te zijn geweest van haar gruwelijke praktijken maar grepen niet in. Het verhaal gaat dat de gravin haar kasteel niet meer kon verlaten zonder gewapend escorte omdat de onwonende boeren al lang angstige vermoedens hadden over het lot van hun verdwenen dochters. Er was voor hen niemand waarbij zij zich konden beklagen, laat staan dat ze een gravin konden beschuldigen.
Elisabeth werd op den duur overmoedig en liet ook dochters van aanzienlijke families, zogenaamd voor leerzame doeleinden, naar haar kasteel komen. De nieuwe slachtoffers werden op dezelfde beestachtige wijze behandeld en afgemaakt als de boerendochters eerder. Enige van hun dode lichamen werden over de kasteelmuur gegooid. Toen Elisabeth hiervan hoorde was het te laat. Dit keer ging het niet meer om simpele boerenmeisjes. Nu waren er adellijke slachtoffers in het geding en daarmee had ze een fatale grens overschreden.
Koning Mathias ll van Hongarije beval graaf Thurzo, Elisabeth's neef, om het kasteel te onderzoeken. Op 30 december 1610 vonden soldaten in en rondom het kasteeltientallen slachtoffers.
Er volgden processen met afschuwelijke getuigenissen. Elisabeth's medewerksters werden verbrand of onthoofd. Elisabeth zelf bekende geen enkele schuld. Ze werd ingemetseld in een kamer van haar slot met in de muur slechts een klein gat om haar van eten en drinken te kunnen voorzien. Op 21 augustus 1614, vier jaar na haar opsluiting, overleed ze.
Kasteel Cachtice maakte in de Middeleeuwen deel uit van een serie versterkingen aan de westgrens van het Koninkrijk Hongarije. Door oorlogshandelingen in 1670 en 1708 raakte het slot zwaar beschadigd en verviel daarna tot een ruïne. Een 19e eeuwse foto toont grauwe muurresten op een boomloze heuveltop, een desolaat oord dat beelden op roept van een gruwelijke voorgeschiedenis.
Niet voor niets is deze bloeddorstige gravin vaak in een adem genoemd met de 15e eeuwse heerser over Walachije in Roemenië, Vlad Tepes, die we beter kennen als graaf Dracula. Vast staat dat telgen van beide adellijke geslachten in hun turbulente tijd, vol oorlogshandelingen, met elkaar van doen hebben gehad.
Elisabeth Bathory werd geboren in 1560. Haar ouders behoorden tot de oudste en rijkste families van Hongarije. In 1575 huwde ze met Ferencz Nadasky die in 1578 legeraanvoerder werd van de Hongaarse troepen in hun oorlog tegen de Turken, die toen tot in Midden-Europa waren doorgedrongen. Nadasky was een moedige maar ook wrede legeraanvoerder. Zijn huwelijksgeschenk aan Elisabeth was kasteel Cachtice dat hij vlak voor zijn dood(1604?) kocht voor 36.000 goudstukken van keizer Rudolf ll.
In Elisabeth's milieu zouden al vroeg duistere personen zijn opgetreden. Een oom was bekend als duivelsaanbidder en sommige andere familieleden waren krankzinnig of pervers. Een manlijke bediende bracht haar in occulte sferen en een tante zou haar de 'genietingen' van martelingen hebben bij gebracht.
Wanneer Elisabeth met haar eigen duistere praktijken begonnen is, is onbekend. Ze moet een mooie en intelligente vrouw geweest zijn die bang was om ouder te worden. Ze had een bijna transparante huid die sterk contrasteerde met haar donkere haar. Haar originele portret van 1585, dat daarna vaak gekopieerd werd, is verloren gegaan.
Volgens een hardnekkig verhaal sloeg ze een van haar bediendes eens zo hard dat ze het meisje ernstig verwondde waardoor er bloedspatten op haar huid kwamen. Het viel haar later op dat die plekken er jonger uit leken te zien waardoor er bij haar een waanidee ontstond dat maagdenbloed haar jong kon houden.
Al snel bleken wrede vrouwen om haar heen bereid om haar te steunen in haar bloeddorstige denkbeelden. Zij stroopten de omgeving af op zoek naar boerenmaagden die ze op vreselijke wijze vermoordden zodat de gravin in hun bloed kon baden en ervan kon drinken.
Haar echtgenoot en familie schijnen op de hoogte te zijn geweest van haar gruwelijke praktijken maar grepen niet in. Het verhaal gaat dat de gravin haar kasteel niet meer kon verlaten zonder gewapend escorte omdat de onwonende boeren al lang angstige vermoedens hadden over het lot van hun verdwenen dochters. Er was voor hen niemand waarbij zij zich konden beklagen, laat staan dat ze een gravin konden beschuldigen.
Elisabeth werd op den duur overmoedig en liet ook dochters van aanzienlijke families, zogenaamd voor leerzame doeleinden, naar haar kasteel komen. De nieuwe slachtoffers werden op dezelfde beestachtige wijze behandeld en afgemaakt als de boerendochters eerder. Enige van hun dode lichamen werden over de kasteelmuur gegooid. Toen Elisabeth hiervan hoorde was het te laat. Dit keer ging het niet meer om simpele boerenmeisjes. Nu waren er adellijke slachtoffers in het geding en daarmee had ze een fatale grens overschreden.
Koning Mathias ll van Hongarije beval graaf Thurzo, Elisabeth's neef, om het kasteel te onderzoeken. Op 30 december 1610 vonden soldaten in en rondom het kasteeltientallen slachtoffers.
Er volgden processen met afschuwelijke getuigenissen. Elisabeth's medewerksters werden verbrand of onthoofd. Elisabeth zelf bekende geen enkele schuld. Ze werd ingemetseld in een kamer van haar slot met in de muur slechts een klein gat om haar van eten en drinken te kunnen voorzien. Op 21 augustus 1614, vier jaar na haar opsluiting, overleed ze.
maandag 3 februari 2014
HEKSENVERVOLGINGEN EN EERHERSTEL VAN DE SLACHTOFFERS
Het is nog maar enige eeuwen geleden dat in Europa op gezag van de kerk van Rome de jacht op heksen geopend werd.
Met het handboek 'De Heksenhamer' dat aan het eind van de 15e eeuw door Henricus(Kramer)Institoris geschreven werd kon de kerkelijke inquisitie ruim 100.000 vermeende heksen gedurende twee eeuwen lang blootstellen aan onmenselijke ondervragingen en folteringen.
Velen eindigden op de brandstapel. Het waren vrouwen die de geneeskunst met kruiden en andere natuurlijke middelen beheersten en daarmee concurrenten waren van medici die officieel geschoold waren. Het waren echter niet alleen vrouwen maar ook mannen, rijk en arm en uit allerlei bevolkingsgroepen die voor heksen werden uitgemaakt. Vaak begon het met roddel, voortkomend uit argwaan en jaloezie, en als de achterklap eenmaal op gang was gekomen werden de zondebokken van oorlog, misoogst en besmettelijke ziekten voor het gerecht gesleept waar ze na folteringen andere 'heksen' aanwezen die op hun beurt weer dezelfde martelgang ondergingen.
Al in de Vroege Middeleeuwen werd er tijdens de kerstening geschreven over heksen, vaak in verband met oude heidense plaatsen waar nog rituelen werden gehouden. De kerk richtte zich echter in eerste instantie op de strijd tegen ketters zoals de katharen in Zuid-Frankrijk. Tot aan het midden van de 15e eeuw eeuw waren heksenprocessen uitzonderingen, maar vanaf de 16e eeuw werd de inquisitie in heel West- en Midden-Europa actief. Vooral in Zuid-Duitsland vilen talloze slachtoffers. Toch bleef er altijd twijfel bestaan over de zin van de vervolgingen. Geleerden van naam konden de hekserij immers niet bewijzen. In de loop van de 17e eeuw verdween de heksenwaan geleidelijk. Nederland was een van de eerste landen waar dat gebeurde. De vervolging had hier nooit op grote schaal plaatsgevonden maar er moeten toch zeker 250 'heksen' op de brandstapel vermoord zijn.
In de afgelopen decennia zijn heksenmusea ontstaan in Engeland, Zwitserland, Frankrijk, Spanje en IJsland. Ook zijn er in verschillende Europese landen gedenkmonumenten opgericht en soms zelfs gebouwd. Het wordt tijd dat de heksen die op vreselijke wijze gefolterd en vermoord zijn overal eerherstel krijgen, bijvoorbeeld door hun namen weer te noemen en op te schrijven in gedenkregisters en -monumenten.
VOLGENDE KEER AANDACHT VOOR DE OORZAKEN VAN DE VERVOLGINGEN
Abonneren op:
Posts (Atom)